In de eerste 8 weken, de embryonale fase, wordt het gehele lichaam al in basis aangelegd.
Na deze fase is het een kwestie van uitgroeien en verder differentiëren, altijd afhankelijk van de heersende omstandigheden.
In onderzoeken van de laatste jaren blijkt steeds meer dat ook de hormoonhuishouding al wordt aangelegd en actief meedoet in de ontwikkeling.
Een van de eerste hormonen die het embryo zelf gaat produceren is het serotonine hormoon.
Serotonine is een hormoon en neurotransmitter stof die van invloed is op veel lichamelijke processen.
Het is een stof die vooral actief is in de zogenaamde hersen_darm as.
Deze as wordt vertegenwoordigd door voornamelijk het autonome zenuwstelsel met ‘serotoninerge’ vezels.
Aan beide zijden van deze vezels wordt serotonine geproduceerd.
Dat wil zeggen een deel wordt in de hersenstam geproduceerd, maar sinds een aantal jaren weten we dat het overgrote deel van de serotonine in het enterisch zenuwstelsel, in de darmen geproduceerd wordt.
De serotonine in het enterische deel draagt voornamelijk zorg voor de gastro/intestinale functies (darm functies).
Uitscheiding, peristaltiek, vasolidatie (versterkte doorbloeding), pijnperceptie en misselijkheid.
Het enterisch zenuwstelsel is hoofdzakelijk afferent.(informatie richting hersenen)
De serotonine productie in de raphe nuclei in de hersenstam, heeft invloed op slaap, gemoed, agressie en seksueel gedrag.
De serotonine regulatie vertoont kenbaar leeftijdgebonden aanpassingen, begint prenataal en gaat het gehele leven door.
De sertoninerge zenuwvezels behoren tot de vroegst aangelegde paden. De piek in netwerk uitbreiding vindt plaats tussen het 3de en 18de levensjaar. Waarna de groei weer langzaam afneemt.
Het enterisch zenuwstelsel (enterisch staat voor het intestinale of wel darm stelsel) is geheel autonoom en vertegenwoordigt de meest diverse neurochemische component in de periferie van het zenuwstelsel.
Het enterisch systeem is embryonaal aangelegd vanuit vagale innervatie (embryonaal voor en midden darm)
en voor een deel als derivaat (afstammend van) van de sacrale neurale lijst ( embryonale eind darm).
Rond de zevende week is het enterisch zenuwstelsel evenals de hele darmtractus aangelegd.
Logisch want de aanleg van de functies gaat nagenoeg gelijk op, het enterisch systeem wordt in 2 cirkelvormige lagen in de darmtractus aangelegd. (Dit zijn de plexi van meissner en auerbach).
Belangrijke ontdekking is ook dat het enterisch zenuwstelsel zeer plastisch is en in staat is tot neongenese (nieuwvorming) van uitlopers.
Mede door deze enorme uitgebreidheid (aantal schakelingen is vergelijkbaar met de hersenen) en autonome functie spreekt men ook wel van het buikbrein.
De synthese van serotonine is geheel afhankelijk van de aanwezigheid van tryptofaan of liever een tussenstof die 5-HT (5-hydroxy tryptophaan) genoemd wordt.
Deze stof zorg voor synthese van de receptoren en target cellen voor serotonine.
De aanwezigheid van deze precursor zowel in het embryo/foetus als in de placenta doet vermoeden dat het een belangrijke regulator is in de groei.
Experimenten op proefdieren hebben groei achterstanden laten zien bij vermindering of afwezigheid van 5-HT. (maar dit geeft uiteraard geen uitsluitsel over de werking bij de mens !)
In een eerder artikel “de wereld van het ongeboren kind” schreef ik al over bewegingspatronen van het kind.
Vorm en functie vullen elkaar continue wederkerig aan in de ontwikkeling en zijn op zich precursors voor verder ontwikkeling.
Dit geldt dus ook voor de ontwikkeling van de darmen en het enterisch zenuwstelsel.
Doordat er een beweging is waarin de neurale buis gevormd wordt waarlangs vervolgens somieten ontstaan en zich dus omstandigheden voordoen qua metabole functies en ontwikkelingsruimte, ontstaat er ook een volgend systeem die met de metabole groei meedoet.
De zenuwuiteinden en cellen groeien mee de periferie in achter de gunstige omstandigheden aan.
(In de meeste studieboeken wordt dit migratie genoemd, ik spreek liever over groeibewegingen)
De achterzijde van de darmaanleg ligt in eerste instantie zeer dicht tegen de regio aan waar de neuralebuis de aorta en de venen zich ontwikkelen.
De zenuwen hoeven maar enkele micrometers af te leggen om vervolgens in het ontwikkelingsproces van de darmen mee te gaan.
De nervus vagus (n.X) groeit al vanaf de eerste aanleg bij de voordarm, als het hart gevormd wordt, mee naar de lager gelegen gebieden.
De strekking van het embryo in later stadium speelt hierbij natuurlijk ook een prominente rol.
Gezien de groeibewegingen die het embryo en later de foetus maakt, zoals continu overlangs twisten en draaien en beweging van de gebogen naar gestrekte vorm waarbij ook nog eens alles asymmetrisch gebeurt zullen ook de zich vormende ingewanden gaan aanpassen aan de bewegingen.
Alles beweegt tijdens de groei, waarbij al bewegingen gemaakt worden die later als functioneel beschouwd zullen worden.
Door de darm vloeit amnionvloeistof tussen de net gevormde mondopening en de net gevormde anale opening. Metabole ‘afval stoffen’ van cellen kunnen dus ook via die tractus het amnion in. (het amnion wordt ook wel vruchtwater genoemd)
In de allervroegste fase ontwikkelt zich het reuk orgaan en is de reukzenuw actief en proeft de amnionvloeistof.
In het foetale stadium (na 8 weken dus) ontwikkelen de smaak papillen zich en kan het kind via de mond proeven.
Er ontstaat interactie, het gehoor ontwikkelt zich waar bij steeds meer aanwijzingen zijn dat het kind op de stem en omgevingsgeluiden van de moeder reageert.
Vanaf nu weten we dat er serotonine wordt geproduceerd die ook al heel basale processen begeleid.
Het vermoeden bestaat dat de foetus al gemoedstoestanden beleeft.
Hetgeen met bovenstaande aanwijzingen enigszins verklaarbaar en begrijpbaar is.
Alle onderdelen van de hersenen zijn in basis ingericht rond de achtste week. In de loop van de foetale periode als de plooien in de hersenen ontstaan zullen zich meer kernen ontwikkelen, waarbij steeds meer hersenfuncties geprikkeld kunnen worden door de groeibewegingen, die zelf vervolgens weer opgeslagen kunnen worden in neurale netwerken.
We hebben gezien dat de ingewanden zeer rijk geïnnerveerd zijn en serotonine produceren vanaf een heel vroeg stadium.
Dit geeft te denken dat de darmen evenals de hersenen vanaf het vroege tijdstip van ontwikkeling ervaringen kunnen opslaan en een somatopsyche kunnen gaan aanleggen.
Dit is echter een hypothese en niet intensief onderzocht, maar gezien de manier waarop vorm en functies afhankelijk van elkaar zijn en het gehele gedrag van het kind zich ontwikkelt is dit niet ondenkbaar.
Het enterisch systeem is al voor de geboorte een heel boeiend systeem dus.
Na de geboorte zal het kind, indien deze via de vaginale gang ter wereld komt, in aanraking komen met het microbioom van de moeder, via het vaginale en fecale residu.
Dit is van essentieel belang voor de kennismaking met de bacteriewereld die zich vervolgens via de mond van het kind in de darmen kan gaan ontwikkelen. (Er zijn voorzichtige hypothesen dat het kind niet geheel steriel ter wereld komt en dat er al enige vorm van bacteriële enting via het amnion plaats heeft)
Het is gebleken dat bij een vaginale geboorte het kind de grootste diversiteit aan microorganismen ontwikkelt en het meest gezonde startbioom (darm bacterie bestand) opbouwt.
Kinderen die middels keizersnee ter wereld komen krijgen hoofdzakelijk bacteriën van de huid mee, hoewel er laatste tijd vaker aandacht wordt besteed aan het insmeren van het kind met vaginaal residu om toch een goede start te krijgen.
Verder is borstvoeding van groot belang omdat ook hierdoor de darmflora verrijkt wordt en tevens een goede start met immuun stoffen (IGA) gemaakt wordt.
Kinderen die alleen met formule voeding grootgebracht worden hebben een grote achterstand op de vorming van diversiteit in darmflora. En moeten soms zelfs worden aangevuld met pre en probiotica, waarbij steeds vaker aanbevolen wordt om de eerste formule langer door te zetten in plaats van de vervolg voeding.
Als het enigszins mogelijk is heeft borstvoeding te allen tijde de voorkeur.
Moeder natuur zorgt goed voor de nakomelingen.
Darmbacteriën hebben een grote invloed op de vorming van serotonine in de darmen en daarmee ook het immuun systeem.
Er is in het enterisch systeem een verband gevonden tussen 5-TH en immuun factoren.
Daarnaast zijn er bacteriestammen die serotonine hormoon produceren in het darm lumen, waardoor dit ook via die weg langs het GALT (gut associated lymfatic tissue of wel het basis bioregulatie systeem, de waakhond van de darmwand) opgenomen kan worden.
Gezien de inmiddels bekende functies waarbij serotonine een belangrijke rol speelt is het dus belangrijk dat darmflora gekoesterd wordt.
De darmflora ontwikkelt zich in het kind vooral in de eerste 3 jaar.
Daarna fluctueert het bestand met de voeding en het aangeboden dieet en omstandigheden als ziekten en trauma’s.
Maar er ontwikkelt zich ook een basisbestand die het gehele leven van het individu redelijk stabiel blijft.
Er zijn echter factoren die hierop kunnen ingrijpen en dat is antibiotica.
Het bioom kan zich regenereren, ook het basisbestand kan dat, maar herhaaldelijk gebruik heeft grote invloed op de weerstand die de darmflora vertegenwoordigt.
De darmflora vertegenwoordigt een groep bacteriën 10 x zoveel als we menselijke cellen hebben met een DNA bestand dat 150 meer genen kent dan het menselijk genoom.
Het is hiermee een belangrijke ondersteuning van ons mens zijn.
We kunnen niet zonder onze darmflora en onze voeding is bepalend voor de samenstelling.
De samenstelling is bepalend voor het individu dat je op dit moment bent.
De darmflora heeft via onder andere het enterisch zenuwstelsel een grote invloed op gemoed en gedrag, immuniteit en darmziekten.
Er zijn directe verbanden tussen serotonine en IBS (PDS of prikkelbaardarm syndroom) gevonden.
Wees dus goed voor je darmen en zorg voor een goed dieet.
Ook als aankomende moeder is het van cruciaal belang om een goede voeding te handhaven, want het kind krijgt via de placenta heel veel voedingsfactoren en hormonen mee en reageert hier op.
Ook stress factoren spelen een grote rol in de ontwikkeling van het kind.
Ik hoop dat met bovenstaande een stukje duidelijk is geworden hoe al tijdens de embryonale en foetale fase essentiële levensfuncties gevormd worden.
Als het ware worden geïncarneerd.
Pas als iets eigen is, geïncarneerd is kan het tot volle ontwikkeling komen.
Als je zorgt dat wat ingenomen wordt van goede kwaliteit is, zal alles wat gevormd wordt van top kwaliteit zijn.
Voeding is in deze context in de breedste zin van het woord bedoeld.
Het zijn alle indrukken die zowel moeder als kind krijgen van de omgeving en via het eten.
NB: in bovenstaand verhaal heb ik het voornamelijk over serotonine als hormoon gehad.
Maar met de aanleg van de hypofyse wordt er vanaf week 11 ook al een start gemaakt met andere voor de groei belangrijke hormonen.
Het gehele biochemische proces dat onze levensfuncties reguleert wordt nu al ingericht en gestimuleerd.
Het kind heeft dus alle middelen om op zijn omgeving te reageren op biochemische wijze en daarmee al basale eigenschappen te oefenen.
Naast het oefenen van bewegingen (groei beweging) wordt dus ook het gehele hormonale stelsel voorbereid en ingewerkt.
Geboren worden is niet het einde van de foetale fase. Het is een voortgaan van wat bij de conceptie is gestart en door gaat tot dat het leven zich weer van ons lichaam afscheidt.
Een volgend artikel gaat over “incarneren”.
Zonder innemen is er geen ontwikkeling mogelijk.
Wilt u meer weten over de prenatale ontwikkeling op basis van het biomechanische verklaringsmodel ?
(niet genetisch)
Ik geef op verzoek lezingen en gast seminars.
Heb je hulp nodig bij je studie embryologie?
neem kontakt op via het kontakt formulier
of bel 06 33179417
kijk voor meer over dit onderwerp op mijn website https://embryologisch.nl
Referenties:levina1968: endocrine features in development of human hypothalamus.
doi: 10.1016/0016-6480(68)90116-0
Serotonin, tryptophan metabolism and the brain-gut-microbiome axis.
http://dx.doi.org/10.1016/j.bbr.2014.07.027
Hormone levels in neonatal hair reflect prior maternal stress exposure.
http://dx.doi.org/10.1016/j.psyneuen.2016.01.010
De relatie tussen prenatale endocriene en psychische invloeden via de moeder en ontwikkeling en cortisolniveau bij het kind (pdf)
De competente foetus en baby: op weg naar hechting (Pdf)